POP 1 en 2


 
POP 1            eindstage 2013-2014
 
 
Naam: Ineke Zwetsloot
Klas: PLD4
Studentnummer: S1062560                                      
Periode: september 2013 –
Pop nr.1
Stageschool: RKBS De prinsenhof, Noordwijkerhout                    
Stageklas:groep 1-2
 
Terugblik:
Mijn laatste stage, in groep 3, viel een beetje tegen. Ik kreeg niet de juiste toon te pakken en het lukte me niet om me thuis (en vrij) te voelen in de klas. Dit had z’n weerslag op mijn lessen en op mijn zelfvertrouwen. Is mijn keuze voor de onderbouw een juiste keuze of niet?
Mijn eindstage ga ik doen in een 1-2 groep, waar ik dus echt in de fantasie van het jonge kind kan/moet duiken.  Ik heb deze stage weinig gezien van de handelingsplannen ed. Ik zal me in de eindstage ook moeten gaan verdiepen in de ontwikkeling en het administreren en bijhouden van de ontwikkeling van de kinderen in mijn groep.
 
Sterk: Wat kan / beheers ik al?
C1 Inter-persoonlijk
Ik sta heel ontspannen voor de klas Ik maak op een positieve manier contact, waarbij ik me kan inleven in de belevingswereld van de kinderen in de groep.  Ik corrigeer de kinderen als dat nodig is en zij reageren daar goed op.  De kinderen komen naar mij toe voor vragen en om te vertellen wat ze bezig houdt. Ik geef leiding aan de groep, maar moet er op letten deze vast te houden. Er is een leuke samenwerking in de groep en goede sociale verhoudingen (moet nog een keer een sociogram maken om te controleren of het is zoals ik het zie)
Ik voel me al weer thuis in deze klas en ik denk dat de kinderen zich ook veilig voelen bij mij.
 
C2 Pedagogisch
Er is een prettig klimaat in de groep, waar de kinderen (en ikzelf) zich goed bij lijken te voelen en te ontwikkelen. Ik probeer zoveel mogelijk het gewenste gedrag te benadrukken en positief gedrag te stimuleren en verbaal te belonen. Ik zie wel kinderen die wat moeite hebben met hun gedrag of dat van anderen. Hier ga ik een ‘plan van aanpak’ voor maken.
Ik zoek nog een manier om storend gedrag in de kring te corrigeren of op te vangen/te voorkomen.
Ik voel mijzelf heel ontspannen in de klas.
Ik let goed op mijn mentor wanneer zij de leiding over de klas heeft. Ik kan nog veel van haar leren.
 
C3 Vakinhoudelijk & didactisch.
De lessen gaan gedeeltelijk volgens de methode kleuterplein, die ik aanpas aan mijn eigen groep (meestal nog in overleg) Hierbij moet ik meer op mijn gevoel afgaan. Ik merk wel wanneer ik een les even moet onderbreken of doorschuiven naar een ander moment (bv te lang in de kring), maar heb daar nog geen handigheid in. Ik kan wel de lessen ontwerpen, aanpassen, gebruik maken van leermiddelen en activiteiten bedenken. Tijdens het werken kan ik de kinderen individueel begeleiden en stimuleren.
 
C4 Organisatorisch
Voor iedere les vul ik nog steeds een lesvoorbereidingsformulier in, om zo de les in goed in mijn hoofd te hebben en niet voor verrassingen te komen staan.
Ik loop alle opdrachten door en bedenk wat ik nodig heb en klaar moet zetten. Ik ben op tijd in de klas om dit te regelen.
Mijn instructie is wel vrij lang, dit is nog steeds een leerdoel voor mij.  
Het werk verdelen is in deze 3 weken verbeterd, wat eerst nog erg chaotisch ging, lukt nu al een stuk rustiger. Ook de tijdsplanning is beter dan het vorig halfjaar.

C5 samenwerken met collega’s

Ik heb geen problemen met collega’s. Ik vraag hen als ik iets wil weten. Ook bespreek ik lessen of ideeën met andere collega’s of stagiaires. Ik vind het interessant en boeiend om de verschillende overleggen bij te zitten en probeer daar mee te praten. Hoewel ik wel vaak het gevoel heb dat ik veel minder Knowhow heb.
C6 samenwerking met de omgeving
Nog niet van toepassing geweest. Ik zit graag bij overleggen om op de hoogte te zijn van alle ontwikkelingen. Ik luister naar ouders en houd rekening met hun op- en aanmerkingen door de kinderen aan de hand daarvan te observeren en de overleggen met mijn mentor/coach.

C7 Reflectie en ontwikkeling
Mijn mentor en ik bespreken samen hoe de lessen zijn verlopen. Waar de goede en de zwakke punten zaten en wat ik aan die zwakke punten kan doen. Ik heb vaak vragen als ik zelf heb gemerkt dat iets niet lekker liep. Door dit te bespreken kan ik mijn gedrag aanpassen. Deze evaluatie probeer ik in mijn reflectie op te nemen.
 
 
Zwak: Wat kan / beheers ik nog niet?
C1 Interpersoonlijk
Over het algemeen heb ik een goed contact. Alleen moet ik een weg zoeken in het vragen van de kinderen van groep 5.   
 
C2 Pedagogisch
Ik moet me nog verdiepen in het maken, uitvoeren en evalueren van groepsplannen/plannen van aanpak en/of benadering in deze groep. Het doorverwijzen van bepaalde problemen of stoornissen heb ik nog niet aan de hand gehad. Deze groep begint net en bij mijn vorige groepen, was al een enkele diagnose gesteld.
 
C3 Vakinhoudelijk & didactisch
Ik praat te veel waar door de aandacht verminderd. (mijn valkuil!)
Ik moet mij meer gaan verdiepen in het analyseren van leerling-resultaten, vorderingen vaststellen en stagnaties signaleren.
 
C4 Organisatorisch
De afspraak is een vaste route te volgen bij het werken om iedereen te kunnen begeleiding. Hier ben ik nog niet consequent in. Overzicht gaat redelijk. De administratie van de groep heb ik nog niet eerder georganiseerd, dus dat wordt een aandachtspunt.
 
C5 samenwerken met collega’s
Ik heb wel gauw het gevoel dat ik minder weet en dus minder ben. Dit is een jarenlang leerpunt, om me niet minder te voelen als een ander. Gaat steeds beter

C6 samenwerking met de omgeving
Is nog niet echt van toepassing geweest. Bij de komende oudergesprekken zal ik mijn best moeten doen om leiding aan het gesprek te geven. Laten zien dat ik de leerkracht ben.

C7 Reflectie en ontwikkeling
De leerdoelen dieper analyseren vind ik nog steeds lastig. Dit blijft een van mijn doelen.
 
 
3 Vooruitblik:
Leerdoelen:
  • Lessen goed blijven voorbereiden om een optimale instructie te kunnen geven.

  • Flexibele met de lessen omgaan: Als een les in de kring niet aankomt, iets anders verzinnen (bewegen of de les verplaatsen)

  • Ik blijf werken aan het smart formuleren van mijn leerdoelen. Dat moet ik blijven  oefenen, want dat gaat nog niet makkelijk.
 
  • Ik wil de leerdoelen dieper analyseren om meer te weten te komen over mijzelf en hoe ik in de lessen sta.
 
  • Ik ga mij verdiepen in de ontwikkeling van de kinderen en het administreren daarvan en het verwerken van deze resultaten in de lessen en/of begeleiden van de groep
 
 
Deze leerdoelen wil ik bereiken door kinderen in de klas te observeren, door gesprekken en feedback met mijn mentor en medestudenten, door onderzoek en het lezen van allerlei informatie en door het blijven proberen.
Ik richt mij deze periode op het observeren van de kinderen en onderzoeken van groepsplannen en LVS.

 
POP 2            eindstage 2013-2014
Naam: Ineke Zwetsloot
Klas: PLD4
Studentnummer: S1062560                                      
Periode: september 2013 – februari 2014
Pop nr.2
Stageschool: RKBS De Prinsenhof, Noordwijkerhout                    
Stageklas:groep 1-2
Terugblik:
Mijn start in deze groep was een beetje onzeker. Heb ik wel de juist bouw gekozen. Maar het voelde al heel snel goed in deze groep en op de Prinsenhof. Nu ik een poosje bezig ben, voel ik me helemaal thuis. Ik krijg alle vertrouwen van mijn mentor/coach Sandra. In september deed ik wat lesjes, maar nu sta ik 3 dagen voor de groep. Met vallen en opstaan lijkt het steeds beter te gaan.
 
Sterk: Wat kan / beheers ik al?
C1 Inter-persoonlijk
Ik sta heel ontspannen voor de klas Ik maak op een positieve manier contact, waarbij ik me kan inleven in de belevingswereld van de kinderen in de groep.  Ik corrigeer de kinderen als dat nodig is en zij reageren daar goed op.  De kinderen komen naar mij toe voor vragen en om te vertellen wat ze bezig houdt. Ik geef leiding aan de groep, maar moet er op letten deze vast te houden en consequent te blijven.  Er is een leuke samenwerking in de groep en goede sociale verhoudingen. Het sociogram wat gemaakt is, gaf nauwelijks verrassingen
Ik voel me  thuis in deze klas en de kinderen lijken zich ook veilig voelen bij mij.
 
C2 Pedagogisch
Er is een prettig klimaat in de groep, waar de kinderen (en ikzelf) zich goed bij lijken te voelen en te ontwikkelen. Ik probeer zoveel mogelijk het gewenste gedrag te benadrukken en positief gedrag te stimuleren en verbaal te belonen. Ik zie wel kinderen die wat moeite hebben met hun gedrag of dat van anderen. Hier ben ik de afgelopen periode bewuster mee bezig geweest.  Ik laat de kinderen merken dat hun gedrag storend is, zowel verbaal als nonverbaal. Daarnaast probeer ik de nadruk te leggen op het gewenste gedrag. Ik vind het wel moeilijk om kinderen uiteindelijk ‘echt te straffen’ door ze bijvoorbeeld op de nadenk-kruk te zetten. Daar moet ik consequenter in worden. 
Ik zoek nog een manier om storend gedrag in de kring te corrigeren of op te vangen/te voorkomen.
Ik voel mijzelf meestal heel ontspannen in de klas. Voel de groep ook direct reageren wanneer ik niet ontspannen ben.
Ik porbeer me te verdiepen in de ontwikkeling en gedragsproblemen van kinderen, maar bespreek dit graag met mijn mentor.
Ik let goed op mijn mentor wanneer zij de leiding over de klas heeft. Ik kan nog veel van haar leren.
 
C3 Vakinhoudelijk & didactisch.
De lessen gaan gedeeltelijk volgens de methode kleuterplein, die ik aanpas aan mijn eigen groep (meestal nog in overleg) Hierbij moet ik meer op mijn gevoel afgaan. Ik merk wel wanneer ik een les even moet onderbreken of doorschuiven naar een ander moment (bv te lang in de kring), maar heb daar nog niet veel handigheid in, maar dit gaat beter dan in het begin van het jaar. Ik kan wel de lessen ontwerpen, aanpassen, gebruik maken van leermiddelen en activiteiten bedenken.
Tijdens het werken kan ik de kinderen individueel begeleiden en stimuleren. Ook word ik kritischer met betrekking tot het resultaat van werk/activiteiten van de kinderen. Zie nu meer of het werk op of onder het niveau is en probeer de kinderen daarop te stimuleren. 
 
C4 Organisatorisch
Voor iedere dag vul ik het rooster in met de lessen/activiteiten die gedaan worden. De activiteiten die ik lastig vind om te organiseren, schrijf ik stap voor stap uit om verrassingen te voorkomen.
Ik loop alle opdrachten door en bedenk wat ik nodig heb en klaar moet zetten. Ik ben op tijd in de klas om dit te regelen.
Mijn instructie is wel vrij lang, dit is nog steeds een leerdoel voor mij. 
Het werk verdelen is in deze 3 weken verbeterd, wat eerst nog erg chaotisch ging, lukt nu al een stuk rustiger. Ook de tijdsplanning is beter dan het vorig halfjaar.
Het organiseren van het werken  blijft een leerdoel. Ik ga nu meer voorbereiden en klaarzetten, dat zorgt voor meer rust. Bij mij en daardoor ook bij de kinderen.

C5 samenwerken met collega’s
Ik heb geen problemen met collega’s. Ik vraag hen als ik iets wil weten. Ook bespreek ik lessen of ideeën met andere collega’s of stagiaires. Ik vind het interessant en boeiend om de verschillende overleggen bij te zitten en probeer daar mee te praten. Hoewel ik wel vaak het gevoel heb dat ik veel minder Knowhow heb.

C6 samenwerking met de omgeving
Ik ben aanwezig geweest bij overleggen met de IB-er en bij de oudergesprekken. Ik ben nu meer op de hoogte van de samenwerking tussen leerkracht en IB-er en de mogelijkheden die mogelijk zijn bij het omgaan met problemen in de groep. (hier had ik vooral theoretische kennis over)
Ook ben ik aanwezig geweest bij de oudergesprekken en een aantal zelf gevoerd. Dit ging wel goed.
Het plaatje m.b.t. de kinderen in de groep wordt aan de hand van deze gesprekken completer, waardoor ik beter om kan gaan met bepaald gedrag

C7 Reflectie en ontwikkeling
Mijn mentor en ik bespreken samen hoe de lessen zijn verlopen. Waar de goede en de zwakke punten zaten en wat ik aan die zwakke punten kan doen. Ik wil graag weten wat ik anders had kunnen doen als ik zelf heb gemerkt dat iets niet lekker liep. Door dit te bespreken kan ik mijn gedrag aanpassen. Deze evaluatie probeer ik in mijn reflectie op te nemen. Ook evalueren we samen aan de hand van filmpjes die Sandra van mij maakt. Met zo’n evaluatie wordt veel duidelijk. Niet alleen de negatieve dingen, maar ook de positieve.
 
Zwak: Wat kan / beheers ik nog niet?
C1 Interpersoonlijk
Ik laat me nog al eens meeslepen door de kinderen. Ik moet duidelijker leiding nemen en geven.
 
C2 Pedagogisch
Ik wil kinderen met ongewenst gedrag stimuleren tot het gewenste gedrag. Hierbij moet ik ook wel streng en duidelijk zijn. Daar heb ik nog moeite mee. Ik blijf bij sommige kinderen te lang corrigeren, in plaats van hen de consequenties van hun gedrag te laten merken. Dit is een heel duidelijk leerpunt van mij.
We hebben met elkaar de groepsplannen gemaakt en besproken. Het werken met instructiegroepjes naar aanleiding van de groepsplannen, lukt nog niet goed. Dit is eigenlijk meer een organisatorisch probleem
Bij het bespreken van doorverwijzen van bepaalde problemen of stoornissen heb ik het gesprek tussen mentor  en IB-er vooral geobserveerd. Nog niet heel expliciet aan meegedaan. Wel veel van het gesprek geleerd.
 
C3 Vakinhoudelijk & didactisch
Ik praat te veel waar door de aandacht verminderd. (mijn valkuil!)
De leerdoelen van de activiteiten zijn mij wel duidelijk, maar deze mogelijk duidelijker in mijn lesplan. Ook is het de bedoeling deze doelen en verwachtingen aan de kinderen duidelijk te maken. Daar heb ik nog moeite mee. Dat moet ik beter gaan ontwikkelen. Ook denk ik er niet vaak aan het gemaakte werk evalueren. Ik geef wel  individuele complimenten, maar dit mag groter. Ook moet ik duidelijk beoordelen of werk op niveau is of niet. Het let ik al op, maar daar moet ik op blijven letten.
Ik moet mij meer gaan verdiepen in het analyseren van leerling-resultaten, vorderingen vaststellen en stagnaties signaleren.
 
C4 Organisatorisch
De afspraak is een vaste route te volgen bij het werken om iedereen te kunnen begeleiding. Hier ben ik nog niet consequent in. Dit is een dagelijks leerpunt. De groep vlot aan het werk zetten, zodat de GIP-klok aankan en ik kan werken met een instructiegroepje. Dit werken met een instructiegroepje lukt zelden.
 Overzicht gaat redelijk. De administratie van de groep heb ik nog niet eerder georganiseerd, dus dat is sinds POP -1 een aandachtspunt. Dit loopt nog niet voldoende.
 
C5 samenwerken met collega’s
Ik heb wel gauw het gevoel dat ik minder weet en dus minder ben. Dit is een jarenlang leerpunt, om me niet minder te voelen als een ander. Gaat steeds beter

C6 samenwerking met de omgeving
Ik ben overal in geïnteresseerd en probeer zoveel mogelijk te vragen als er iets gebeurd waar ik niet bekend mee ben. Bij de ouder gesprekken had ik iets daadkrachtiger kunnen zijn, maar het ging best redelijk .

C7 Reflectie en ontwikkeling
De leerdoelen dieper analyseren vind ik nog steeds lastig. Dit blijft een van mijn doelen.
Ik ga mij verdiepen in de ui van Kortenhage, om nog beter te kunnen reflecteren
 
3 Vooruitblik:
Leerdoelen:
 
  • Duidelijk leiding nemen en geven
  • Consequenter optreden tegen ordeverstoorders
  • Werken zo organiseren dat ik een instructiegroepje kan begeleiden
  • Verdiepen in belemmerende en bevorderende factoren en onderwijsbehoefte van de kinderen
 
Leerdoelen die blijven van vorige perioden
  • Lessen goed blijven voorbereiden om een optimale instructie te kunnen geven.
 
  • Flexibele met de lessen omgaan: Als een les in de kring niet aankomt, iets anders verzinnen (bewegen of de les verplaatsen)
 
  • Ik blijf werken aan het smart formuleren van mijn leerdoelen. Dat moet ik blijven  oefenen, want dat gaat nog niet makkelijk.
 
  • Ik wil de leerdoelen dieper analyseren om meer te weten te komen over mijzelf en hoe ik in de lessen sta.

  • Ik ga mij verdiepen in de ontwikkeling van de kinderen en het administreren daarvan en het verwerken van deze resultaten in de lessen en/of begeleiden van de groep
 
Deze leerdoelen wil ik bereiken door kinderen in de klas te observeren, door gesprekken en feedback met mijn mentor en medestudenten, door het evalueren aan de hand van filmpjes, door onderzoek en het lezen van allerlei informatie en door het steeds te blijven proberen.
Ik richt mij deze periode op het observeren van de kinderen en onderzoeken van groepsplannen en LVS.
 
 
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten