GIP-model in groep 1-2
Mijn paper gaat over het werken met het GIP-model in de groepen 1-2. Op mijn huidige stageschool is het GIP-model al een aantal jaren geleden ingevoerd in de groepen 3-8. Sinds vorig schooljaar is er gestart met het invoeren van het GIP-model in de groepen 1-2. Dit gebeurt in een aantal fasen. Ik heb het werken met het GIP-model slechts één keer eerder, in mijn eerste studiejaar, op een stageschool meegemaakt. Dit kwam voornamelijk neer op het werken met een weektaak en het vragenblokje en werd niet toegepast in groep 1-2. Ik wil mij verdiepen in het werken met het GIP-model in groep 1-2, om er een duidelijk beeld van te krijgen en er zo optimaal mogelijk mee te kunnen werken.
Hoofdstuk 1 - Voorkennis en onderzoeksvraag
In mijn stagegroep (1-2) wordt sinds vorig jaar het werken met een weektaak en het stoplicht ontwikkeld. De kinderen van groep 2 plannen onder toezicht van de leerkracht op vrijdag hun werkjes voor de komende week op het planbord. Aan het begin van het schooljaar is gestart met het zelfstandig werken: Hierbij staat het stoplicht op rood en er staat een time-timer op het bord op 5 minuten. In deze tijd werken de kinderen stil aan hun opdracht en zou de leerkracht tijd moeten hebben voor een instructiegroepje. De termijn van 5 minuten zal moeten worden uitgebreid.
Omdat de basis van het GIP-model mij nog niet helemaal duidelijk is en ik het lastig vind om mee te werken heb ik dit ook verwerkt in mijn POP. Ik wil graag weten wat precies het doel is van het GIP-model of dit ook bereikt wordt in de groepen 1-2 en hoe ik er het beste mee kan werken voor een optimaal resultaat. Wanneer dit duidelijk is, verwacht ik dat mijn pedagogisch/didactische én organisatorische competentie beter ontwikkeld zullen worden en er meer rust en duidelijkheid in mijn groep zal komen.
Ik ben ook heel benieuwd hoe de andere leerkrachten van de groepen 1-2 werken met het GIP-model en wat hun ervaringen zijn. Door dit te onderzoeken, hoop ik ook mijn pedagogische en collegiale competenties te verbeteren.
Mijn onderzoeksvraag is daarom:
Wat voor meerwaarde heeft het werken met het GIP-model in de groepen 1-2
Hoofdstuk 2 - Werken met het GIP-model
De afkorting GIP staat voor Groeps- en Individueel gericht Pedagogisch en didactisch handelen van de leerkracht. Het is een manier om het zelfstandig werken in de klas te bevorderen, waardoor er voor de leerkracht meer ruimte komt om kinderen in groepjes of individueel te begeleiden. Door GIP schoolbreed in te voeren, gelden in alle groepen dezelfde afspraken en routines. Deze hoeven daarom niet ieder schooljaar opnieuw aangeleerd te worden en kinderen kunnen, indien nodig, tijdelijk in een andere groep meewerken, omdat ze de regels al weten. (Eijkeren van, 2010)
Het implementeren van het GIP-model gaat stapsgewijs met behulp van de zgn. GIP-trap
Organisatie: Er zijn duidelijke regels, afspraken en routines. Dit geeft rust en duidelijkheid, wat een voorwaarde is om zelfstandig te kunnen werken.
Zelf plannen: de kinderen leren hun eigen handelen te sturen, overzien wat zij moeten doen en wat ze hebben gedaan
Instructie: door een goede organisatie en de zelfstandigheid van de kinderen creëert de leerkracht de mogelijkheid om instructie en begeleiding te geven aan een groep of aan individuele leerlingen.
Emotioneel: Het zelfstandig werken zorgt voor de ontwikkeling van zelfvertrouwen en zelfwaardering.
Samenwerken: In de onderbouw zijn de regels nog gericht op het blijven zitten en stil zijn tijdens het werken. In de midden- en bovenbouw leren de kinderen meer zelfstandig oplossingen vinden voor vragen en problemen en samenwerken
Zelfstandigheid: de kinderen weten wanneer ze zelfstandig moeten werken, hoe lang en wat er van hen verwacht wordt en leren omgaan met uitgestelde aandacht (Roozendaal & Visser-Meijman, 2007)
Door al in de onderbouw te starten met het oefenen van zelfstandig werken, wordt de voorwaarde gecreëerd voor de kinderen om zich zelfstandiger ontwikkelen, waardoor de leerkracht meer ruimte heeft om begeleiding op maat te kunnen geven.
De organisatie van het GIP-model is gebaseerd op een aantal vast routines:
- De leerkracht loopt volgens een vaste route en gaat daarbij systematisch langs alle leerlingen. Hierdoor weten de kinderen wanneer ze aan de beurt zijn.
- Na de klassikale instructie wordt er een startronde gelopen.
- De leerkracht kijkt of alle leerlingen aan het werk kunnen gaan en helpt sommige leerlingen even op weg.
- Met behulp van een rode/groene stip (of stoplicht) geeft de leerkracht aan wanneer er zelfstandig gewerkt wordt.
- Tussen de verschillende rondes door heeft de leerkracht gelegenheid extra instructie te geven aan een speciale instructietafel.
- Voor het einde van de les loopt de leerkracht een afsluitende ronde. Tijdens deze ronde kan leerkracht even kan vragen aan een leerling hoe het werken gegaan is.
- De leerlingen weten wat er van hen verwacht wordt, welk werk ze kunnen doen en wat er gedaan kan worden als de taak af is.
Het uiteindelijke doel van het werken met het GIP-model is het omgaan met uitgestelde aandacht en het zelfstandig en probleemoplossend werken, waarbij de leerkracht ruimte heeft voor extra instructie.
Hoofdstuk 3 - Werken met het GIP-model in mijn klas
Op mijn stageschool is in schooljaar 2012-2013 het GIP-model opnieuw geïntroduceerd en nu ook in de groepen 1-2. Er is een stappenplan afgesproken met behulp van een extern begeleider. Tijdens schooljaar 2012-2013 is er gewerkt aan thema 1 en dit jaar werken we aan het invoeren van thema 2(zie bijlage 2)
Vanaf de herfstvakantie is het de bedoeling om dagelijks te werken aan de hand van het GIP-model (GIPPEN).
De leerkracht loopt dan het ‘aan-het-werk-zet-rondje’. Wanneer iedereen aan het werk kan, wordt het werk weer stilgelegd om duidelijk te maken dat de timer en het stoplicht op gynzy (bord) worden aangezet en iedereen stil gaat werken. De leerkracht geeft aan wie er aan de instructietafel komen en is nu niet bereikbaar voor de rest van de groep. Na de herfstvakantie is er gestart met het stil/zelfstandig werken gedurende 5 minuten. Dit moet langzaam worden uitgebreid.
Ik heb zelf moeite met het maken van een kort en duidelijk ‘aan-het-werk-zet-rondje’ en het benutten van de vrijgekomen tijd om te werken met een instructiegroepje. Ik reageer nog teveel op kinderen die niet zelfstandig werken en ben dus niet consequent. Om te weten te komen hoe het in de andere groepen gaat, heb ik een vragenlijst gemaakt voor mijn collega’s. Omdat ik zelf aan het begin van het jaar nogal verbaast was over deze strakke schoolse manier van werken in de groepen 1-2, wil ik ook graag weten of alle kleuterleerkrachten achter het werken met GIP staan.
Hoofdstuk 4 - Het resultaat van mijn onderzoek
Alle collega’s op mijn stageschool reageerden enthousiast op mijn vragenlijst en hebben deze allemaal ingevuld.
Naar aanleiding van de resultaten blijkt dat iedereen positief staat tegenover het werken met het GIP-model. Alle collega’s voeren het minimaal 1x per dag uit tijdens het werkmoment, soms meerdere keren. Hoewel ik in de wandelgangen anders hoor, zijn alle collega’s in ieder geval gemotiveerd om een vaste looproute te volgen tijdens het werken. Ik heb ook veel tips gekregen om de kinderen stil en zelfstandig te laten werken in de GIP-tijd. Deze tips zullen goed werken, want iedereen zegt dat de kinderen weten dat ze geen vragen kunnen stellen of naar de leerkracht toe kunnen komen als het stoplicht op rood staat. De helft van de collega’s heeft tijdens het gippen gelegenheid om te werken met een instructiegroepje (wat ik niet vaak voor elkaar krijg) en de andere helft komt er vaak aan toe. Al mijn collega’s vinden het werken met het GIP-model een meerwaarde in de klas en een goede voorbereiding voor groep 2. Wel moet er niet uit het oog verloren worden dat we werken met kleuters, het jonge kind!
Het antwoord op mijn onderzoeksvraag is het volgende:
Wat voor meerwaarde heeft het werken met het GIP-model in de groepen 1-2?
Door te werken met het GIP-model, waarbij de kinderen in goed voorbereide (kinderen weten wat te doen) korte momenten (5 á 10 minuten) stil en zelfstandig aan het werk zijn, worden zij op een niet belastende manier voorbereid op het werken in groep 3 en is er veel gelegenheid tot het ontwikkelen van een zelfstandige werkhouding.
Hoofdstuk 5 - Conclusie
Hoewel ik bij de aanvang van het schooljaar en mijn stage in deze groep 1-2 wat sceptisch was, bij het horen over het ‘gippen’ in deze jonge groepen, heb ik mijn mening ondertussen bij moeten stellen. Net als voor de groepen 3-8 is het voor de jongste kinderen ook prettig om in rust te kunnen werken. Belangrijk is wel om de tijden aan te passen aan het concentratievermogen van de gemiddelde kleuter, dus 5 á 10 minuten per keer is voldoende. Wanneer het blijkt dat het goed werkt is het ook mogelijk om na een á twee controlerondjes weer even te melden dat de klok weer even aangaat voor 5 á 10 minuten, waarbij de leerkracht ervoor zorgt dat de kinderen te alle tijden weten wat er van hen verwacht wordt. Dus duidelijk zijn wanneer werk klaar is, waar het ingeleverd moet worden en wat de kleuter moet doen als hij klaar is.
Voor mijzelf is het vooral de duidelijkheid en het consequent zijn, wat ik in mijn leerdoelen opneem.
Duidelijk aangeven wat de bedoeling is en wat ik van de kinderen verwacht. Consequent zijn als de klok en het stoplicht aanstaan. Deze punten komen ook steeds terug in de antwoorden op de vragenlijst. Door duidelijk en consequent te handelen, zal ik de instructiemomenten beter kunnen benutten en tevens het zelfstandig werken van de kinderen bevorderen. Hierdoor zullen ook mijn eigen pedagogische, didactische en organisatorische competenties ontwikkelen.
Ik heb geleerd van dit onderwerp dat een strak concept, zoals het GIP-model, op een positieve manier de zelfstandige ontwikkeling van de kinderen stimuleert, zonder het jonge karakter teveel te beïnvloeden. Het GIP-model kan zeer zeker een meerwaarde zijn bij het werken in groep 1-2.
Bronnen
Literatuur
Alkema, E., Dam van, E., Kuipers, J., LIndhout, C., & Tjerkstra, W. (2009). Meer dan onderwijs. Assen: Koninklijke Van Gorcum
Eijkeren van, M. (2010). Pedagogisch - didactisch begeleiden. Baarn/Utrecht/Zutphen: ThiemenMeulenhoff.
Roozendaal, J., & Visser-Meijman, M. (2007). Werken in de school met het GIP-model. amsterdam: De Bascule,Cluster Speciaal Onderwijs & Zorg
Internet
Godrie, N. (2010, juni). Zelfstandig werken, ik ben er even niet. Opgeroepen op januari 2014, van hbo-kennisbank: http://hbo-kennisbank.uvt.nl/cgi/fontys/show.cgi?fid=6291
Leraar 24. (2012). GIP in het speciaal onderwijs. Opgeroepen op januari 2014, van leraar 24: http://www.leraar24.nl/video/3313
Bijlage 1
Uit het evaluatieverslag 2012-2013 van de extern begeleider van mijn stageschool
4. Specifieke doelen en evaluaties, toegespitst op de Organisatie en het Zelf plannen* binnen het GIP-model, per bouw.
4.1: Specifieke doelen groep 1 en 2.
Alle leerkrachten hebben hun groepsplan/groepsoverzicht ingeleverd zodat de observator kennis heeft van de basisgroep, de instructie afhankelijke groep en de instructie onafhankelijke groep en de mogelijke onderwijsbehoeften van de leerlingen binnen hun instructiegroepje.
- Er is een dagplanning zichtbaar gemaakt d.m.v. picto’s
- Er vindt een instructie plaats in de grote kring.
- De leerkracht verdeelt het werk.
- Er wordt een aan het werk zet rondje gemaakt.
- De leerkracht reageert niet op vingers.
- De leerkracht maakt een tijdsafspraak. Hele werktijd m.b.v. de losse timer.*
- Het stoplicht staat op rood (TV).*
- De time timer op de TV staat aan voor de kleine kring.*
- De namen van de kleine kring staan op de TV.*
- De leerkracht loopt een vaste route.
- De kinderen zijn zelfstandig aan het werk.
- De kinderen helpen elkaar.
- De leerkracht controleert het ontwikkelingsmateriaal.
- De leerkracht controleert de taken die de kinderen doen.
- De leerkracht evalueert de les.Met behulp van de kijkwijzers is het mogelijk om een aantal uitspraken te doen over de meer specifieke doelen.Doelen die nog verdere inoefening of ondersteuning behoeven in de groepen 1-2:
- Het planmatig en structureel maken van een aan-het werk-zet rondje voordat in de kleine kring gestart kan worden. Dit om zeker te weten dat alle leerlingen echt aan het werk kunnen en er niet direct vast zullen lopen. Door zo’n rondje te lopen geef je leerlingen ook een kans om ze te bevestigen, ze aan te aan te moedigen of ze echt aan het werk te zetten. Er is gelegenheid voor kleine vragen.
- Er is afgesproken om met een losse timer te werken voor de hele groep en met de timer van de TV voor de kleine kring. Dit doel is nog niet voldoende gehaald en zal in de groepen 1-2 nog aandacht behoeven.
- Het is nog niet iedereen voldoende gelukt om de rondes in een vaste route te lopen. Dit is wel van belang omdat het de voorspelbaarheid van de leerkracht vergroot.
- Het is van belang om de leerlingen consequent te leren omgaan met uitgestelde aandacht. Tijdens het rode stoplicht de leerlingen consequent aanleren dat de leerlingen niet bij de leerkracht mogen komen. Dit is het meest belangrijke doel: leren omgaan met uitgestelde aandacht.
- Het evalueren van de les behoeft nog aandacht.Bijlage 2
Bijlage 3
Onderzoek GIP-model in groep 1-2
Hoe vaak volg je het GIP-model tijdens het werken
- Dagelijks
- ieder werkmoment
- Alleen in de ochtend
- Alleen in de middag
- … dagen per week
- ieder werkmoment
- Alleen in de ochtend
- Alleen in de middag
Volg je een vaste looproute tijdens het werken en zijn de kinderen zich daar bewust van
- Ja De kinderen weten dit wel / niet
- Meestal De kinderen weten dit wel / niet
- Soms De kinderen weten dit wel / niet
- Nee
Zijn de kinderen stil tijdens het zelfstandig werken (stoplicht op rood)
- Ja
- Nee
- Anders................................................................................................................................
Kom je toe aan het werken met een instructiegroepje tijdens het GIPPEN?
- Altijd
- Vaak
- Soms
Is het voor de kinderen duidelijk dat jij als leerkracht niet bereikbaar bent wanneer het stoplicht op rood staat?
- Ja
- Nee
Wat doe je als het stoplicht op rood staat en er toch kinderen naar je toe komen
.......................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................
Vind je het werken met het GIP-model een meerwaarde hebben in groep 1-2
- Ja
- NeeWaarom wel of niet ............................................................................................................
.......................................................................................................................................................
Heb je tips voor het optimaal werken met het GIP-model?
.......................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................
Bedankt voor het invullen, groetjes Ineke
Bijlage 4
Resultaten vragenlijst tnv onderzoek werken met GIP-model in groep 1-2
Aantal uitgezette formulieren 12
Aantal retour gekomen formulieren 11
Hoe vaak volg je het GIP-model tijdens het werken
Dagelijks 11
1 dag per week -
2 dagen per week -
3 dagen per week -
4 dagen per week -
ieder werkmoment 3
Alleen in de ochtend 8
Alleen in de middag -
Volg je een vaste looproute tijdens het werken en zijn de kinderen zich daar bewust van
Ja 8
Meestal 3
Soms -
Nee - Wel bewust 9
Niet bewust 2
Zijn de kinderen stil tijdens het zelfstandig werken (stoplicht op rood)
Ja 7
Nee 4
Anders -
Kom je toe aan het werken met een instructiegroepje tijdens het GIPPEN
Altijd 5
Vaak 5
Soms 1
Is het voor de kinderen duidelijk dat jij als leerkracht niet bereikbaar bent wanneer het stoplicht op rood staat
Ja 11
Nee -
Vind je het werken met het GIP-model een meerwaarde hebben in groep 1-2
Ja 11
Nee 1
Wat doe je als het stoplicht op rood staat en er toch kinderen naar je toe komen
- Dan wijs ik naar het stoplicht
- Dan wijs ik ze terug naar hun stoel
- Niet reageren op de kinderen/Even naar het stoplicht wijzen en tijdens de evaluatie dit met de kinderen bespreken
- Ik steek mijn vlakke hand op/Ik wijs naar het stoplicht
- Ik wijs naar het stoplicht / De kinderen hebben altijd een vervolgopdracht / heeft een kind echt hulp nodig: zachtjes vragen aan een maatje dat in de buurt zit
- Bijzetstoeltje / Hand omhoog
- Schud nee / wijs terug naar plek / voor jongste kleuters een aanschuifstoel waar ik de kleuter even op zet
- Wijs op het stoplicht / vinger voor mijn mond
- Hand opsteken
- Ik stuur ze terug naar hun plaats d.m.v. wijzen naar de klok en vinger op mijn mond
- Hand open met gestrekte arm naar het kind opsteken / alleen aankijken, niet praten
Vind je het werken met het GIP-model een meerwaarde hebben in groep 1-2
- Kinderen merken dat ze heel goed zelfstandig kunnen oplossen of elkaar helpen. Als leerkracht heb je extra tijd voor individuele kinderen of een groepje
- Tijd voor kleine kring / rust in de groep / goede voorbereiding voor groep 3
- Mits het momenten blijven: ik werk met KLEUTERS
- Kinderen leren om zelfstandig te werken, na te denken en aandacht uit te stellen
- Bevorderen zelfstandigheid/ creëren van rustmoment voor begeleiding van klein groepje
- Geeft rust en ruimte voor instructie
- Alleen voor groep 2
- Dan kunnen ze ook zelf hun problemen leren oplossen en kom je aan de kinderen toe die dit nodig hebben.
- De kinderen leren zelfstandigheid, leren omgaan met uitgestelde aandacht. Veel kinderen vinden het prettig (als het soms druk is, zeggen ze zelf: juf, dan zet je toch weer het stoplicht!)
Tip voor optimaal werken met het GIP-model
- Regelmatig de regels herhalen, consequent blijven en vooral met de kinderen samen evalueren
- Zorg voor een goed klassenmanagement en een goede voorbereiding
- Dagelijks op dezelfde manier. Kinderen wennen heel snel eraan
- Vaste afspraken maken met duo voor doorgaande lijn
- Eerst investeren, dan pas uitvoeren!!!
- Vaste werkjes aan tafel, zoals kleurplaat - constructiemateriaal - klei - boekjes - puzzels. Dit kunnen ze allemaal zelfstandig doen!
- Maak er een gewoonte van en bouw de tijd op. Liever 2x7 minuren dan 1x15 minuten als het er nog niet in zit.
- Hou rekening met je werkopdrachten (werk van de kinderen, niet van de juf) Eventueel doe je het een keertje in de middag
Heel positieve resultaten zichtbaar in de grafieken nav de antwoorden op de vragenlijst
Bijlage 5
Feedback van medestudent
Je hebt dit onderwerp goed beschreven en het is ook duidelijk voor iemand die hier nog nooit mee gewerkt heb. In je paper staat het hele proces goed omschreven en door te visualiseren kan ik alle stapjes die je zet in de klas voor me zien. Onderdelen van GIP ken ik wel van maar het geheel zoals je beschrijft ben ik zelf nog niet in de praktijk tegen gekomen. Je omschrijft goed welke competenties je met het inzetten van het GIP model denkt te zullen ontwikkelen. Ik lees dat je zelf verbaasd was over het gebruik van GIP in de kleutergroepen en dat er in de wandelgangen ook wat kritische geluiden zijn. Ik ben benieuwd of er in de literatuur ook kritiek op het GIP model is en of je die ook tegen gekomen bent. Dat is het enige wat ik een beetje mis. Verder een mooie paper die mij enthousiast maakt voor het model.
Erwin van Koppen
Bijlage 6
Reflectie op feedback
Het doel van deze paper was de hele opzet en de voor en nadelen te onderzoeken. Dit omdat ik in mijn stages nog nooit het”hele” GIP-model tegen ben gekomen en zeker niet in de groepen 1-2.
Omdat ik in de praktijk de indruk heb dat mijn collega’s het nog wel eens lastig vinden, vond ik dit onderzoek ook wel interessant. Uiteindelijk blijkt dat het wel een hele organisatie is, maar dat iedereen er in principe wel achter staat. In de diverse literatuur ben ik ook geen kritiek tegen gekomen. Ik denk ook dat dit komt omdat het uiteindelijk toch weer meer rust en regelmaat in de klas brengt. Dat is ook de reden dat ik dit ook helemaal onder de knie wil krijgen. Voor nu en in de toekomst.
lin
BeantwoordenVerwijderen